Op zaterdagmiddag 12 oktober vindt om 14:00 uur in het Academiegebouw te Leiden de Laureatenmiddag van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde plaats. Deze middag begint met de uitreiking van de Debutantenprijs 2024 voor proza aan Tiemen Hiemstra voor… lees verder…
Op donderdagavond 12 december aanstaande zal historicus en terrorisme-expert Beatrice de Graaf de 53e Huizingalezing uitspreken in de Stadsgehoorzaal te Leiden. Onder de noemer Wij zijn de tijden. Geschiedenis in crisistijd laat De Graaf zien hoe… lees verder…
Eind augustus. Ik ben met de fiets onderweg naar Bergen, boven Alkmaar. De trein had enorme vertraging en daarom moet ik doortrappen. Ik wil veel zien voor het donker wordt. Het kunstenaarsdorp, de duinen bij Schoorl en Groet, en de zee bij Hargen. Met eigen ogen. Het is de door Het land van herkomst en zijn polemische geschriften bekend geworden Eddy du Perron die me nu al voor de derde keer naar Bergen roept, waar hij op 14 mei 1940 overleed. Die avond hoorde hij op de radio het bericht van de capitulatie voor de Duitsers. Hij was al ernstig ziek en had een zwakke gesteldheid. Op diezelfde avond stierf zijn beste vriend Menno ter Braak een zelfgekozen dood in Den Haag. Over hun vriendschap is veel geschreven, en die blijkt vooral uit de brieven die ze elkaar stuurden. Voor mij is Du Perron nog springlevend. Het gaat mij om een eigen beleving. Elke keer ontdek je weer iets nieuws, kom je op andere gedachten. En daarom trek ik nu weer naar Bergen.
Du Perron woonde voor het eerst en naar zou blijken slechts kort in Nederland, van eind september 1939 tot zijn dood. In die periode verbleef hij met zijn vrouw Elisabeth (“Bep”) de Roos en hun zoontje Alain afwisselend in Amsterdam, Bergen, Den Haag, en daarna weer in Bergen. Ik zag bij eerdere bezoeken de huizen waarin hij verbleef of waar vrienden van hem woonden, zoals de dichter Adriaan Roland Holst en de kunstenares Charley Toorop (“De Vlerken”) en het huis waarin hij stierf (“Jachtduin”). Maar ik stond nog niet aan zijn graf. Ik zocht er ooit tevergeefs naar. Ik had me vergist in de begraafplaats. Du Perron had ik al lang daarvoor ontdekt in zijn werken. Het was in 1992. Als jong advocaat had ik net Max Havelaar herlezen. Op het gymnasium was het verplichte kost geweest en genoot ik er niet echt van.......